Dè Indonesiër
…Die bestaat natuurlijk niet. Niet zo gek ook, er zijn er maar liefst 270 miljoen. In alle soorten en maten (al lijken klein- en dunheid terugkerende kwaliteiten te zijn). Ik heb roeiers met kroeshaar, slap en futloos peentjeshaar (maar natuurlijk wel altijd saai zwart). Alle huidskleuren van het spectrum (al vinden ze zelf roomwit het mooist), echte spleetogen of schattige puiloogjes. Van alles wat eigenlijk: gado-gado.
“Haal het land uit het ras en je hebt ineens een topatleet”
Maar een paar avonden biertjes drinken met de (blanke) coaches uit alle uithoeken van Azië (van China tot Irak, van Korea tot Kazachtstan) geeft toch voldoende hilarische verhalen en inzichten om het gedrag van miljoenen inwoners van een land – roeiers inclusief – op een grote hoop te gooien en te kenmerken enkel en alleen gebaseerd op het land waarin ze wonen.
Wees gewaarschuwd: in deze column discrimineer ik, scheer ik over één kam, ga ik veel te kort door de bocht en kwets ik mensen misschien. Maar, laat wel duidelijk zijn, rascisme is mij vreemd. Haal het land uit het ras en je hebt ineens een topatleet (GO Ranomi!).
Groot-Azië
Waarom Azië eigenlijk als één werelddeel wordt gezien is mij niet geheel duidelijk. Ik gok dat de Westerse overheersing in het kaarten-maak-en-werelddeel-indeel-tijdperk ertoe heeft geleid dat alles ten oosten van de Bosporus als één pot nat werd gezien. Zeg dat maar eens tegen het kleine donkerbruine kroesharige meisje uit Papua die naast de blonde blauwogige twee meter tien grote reus uit Kazachtstan haar eten opschept in de dininghall van een Aziatisch toernooi en aan de knappe Iraanse mevrouw naast haar om het zout vraagt.
“Blijf ik een week weg, dan verschijnt de helft van de roeiers niet eens meer op de training.”
Maar los van makkelijk te bepalen verschillen in verschijningsvorm, ben ik vooral geïntregeerd door de verschillen in (roei-)gedrag van al die verschillende Aziaten die tijdens de nachtelijke ‘coachvergaderingen’ de revue passeerden. Puur om column-technische redenen zou ik de Aziatische roeiers in de volgende groepen willen indelen:
– de luien
– de macho’s
– de eenheidsworsten
– de verwenden
en ter vergelijk de Nederlandse roeiers, laten we ze ‘de denkers’ noemen.
De luie
Er is een boek (The Wealth and Poverty of Nations: why some are so rich and others so poor) waarin het idee wordt geopperd dat sommige landen zich economisch niet volledig hebben ontwikkeld omdat het leven er te gemakkelijk is (=de ultra kort-door-de-bocht samenvatting van honderden pagina’s vol wetenschappelijke onderbouwingen, minus de nuancering dat het leegroven van het land door ons kolonialen ook niet echt heeft geholpen). Nu zijn er in Azië inderdaad landen waar leven helemaal niet zo moeilijk is. Geen winter waarvoor hard moet worden gewerkt in de zomer, het is er belachelijk vruchtbaar (steek je hand uit het raam en pluk de mango) en de zon schijnt er bijna altijd. Laten deze landen zich vooral in Zuid-Oost Azië bevinden. En laat in al deze landen zo ongeveer hetzelfde probleem zich voordoen: er is geen enkele ambitie. Je werkt precies hard genoeg om in je dagelijkse behoeften te voorzien en de rest van de tijd doe je het liefste niets.
Als ik een keer niet bij de training ben, kan ik er gif op innemen dat de squat maar half wordt uitgevoerd, er drie roeiers tien minuten te laat komen en er minimaal een kilometer minder wordt geroeid dan op het schema staat. Blijf ik een week weg, dan verschijnt de helft van de roeiers niet eens meer op de training.
De macho
Hoe anders is de Arabische Aziaat. Een Arabische Aziaat is een trotse man. Die moet vooral niet tè goed worden, voor je het weet luistert hij niet meer. ‘Coach de zwakkere roeier in het team maar, ik ben een koning’ denkt het alpha-mannetje.
De eenheidsworst
Wat doe je als je in een land woont waar er miljarden zijn die precies zo zijn als jij? Wat als jouw landgenoten allemaal dezelfde haar/oog/huidskleur hebben en allemaal Li heten, hoe onderscheid je je dan (naast een of ander belachelijk kapsel) van de massa? Juist! Door nog harder te werken dan de anderen en alles te accepteren wat je coach zegt, immers voor jou 1,6 miljard anderen.
De verwende
Stel je voor dat je er wel uitziet als miljarden andere Aziaten, maar dat jij wel een iPad hebt en een enorme wereldreis kan maken omdat jouw land het economisch best wel lekker heeft gedaan de afgelopen 50 jaar. Daarvan ga je dus een beetje neerkijken op al die andere Aziaten. En daar word je misschien een beetje arrogant en gemakzuchtig van, ideale eigenschappen voor een roeier.
De denker
Nee, het werkt een stuk prettiger met de vaak hoogopgeleide Nederlandse roeiers; die weten wat ze willen! Ze weten trouwens ook het beste hoe hun ‘lichaam werkt’, hoe het ‘voelt’ in de haal en willen graag een gelijkwaardige sparringspartner zijn van de coach voor het opstellen van doelen en technische ontwikkeling. Wel graag een oranje pakje (correctie: blauw) na twee jaar zwoegen, want anders is het misschien verstandiger om de kostbare tijd te investeren in de studie. De carrière als dokter, jurist of econoom mag natuurlijk geen vertraging oplopen.
Sterke verhalen
Tijdens zo’n avondje sterke verhalen vertellen en avonturen delen, kwamen we al snel tot de conclusie dat wij maar goed bezig zijn. En nadat het laatse blikje Koreaans bier ook was verorberd, konden we niet anders dan vaststellen dat wij als het ware de nieuwe kolonialen zijn. Nog beter zelfs; ondanks alle uitdagingen waar wij voor worden gesteld, leren wij honderden mensen een goede roeitechniek aan, bieden wij ze een bestaan buiten de rijstvelden en zorgen we er en passant ook nog eens voor dat roeien een Oympische sport blijft (zonder Aziaten is roeien natuurlijk gedoemd om van de Olympische agenda te worden gehaald).
Er zijn mensen voor minder erelid gemaakt van hun roeivereniging.