Hoe leer je mensen zo snel en zo goed mogelijk roeien? Eerder spraken we hierover met Timo van Wittmarschen die bij Nereus de eerstejaars roeiers onder zijn leiding heeft. Nu is het de beurt aan Thomas Notermans, al jaren jeugdcoördinator en hoofdcoach van de junioren van de roei-afdeling van de Koninklijke Roei-en Zeilvereniging De Maas. Hij heeft de laatste jaren vaak fysieke talenten zonder roei-ervaring snel en succesvol laten instromen bij de wedstrijdgroep.
Een belangrijk onderdeel van zijn werk is het zorgen van voldoende instroom. Dat gaat bij het chique De Maas een beetje anders dan normaal omdat er formeel nog sprake is van ballotage. “We doen dat door met ergometers naar scholen in de omgeving te gaan, vaak in maart zodat ze vanwege het weer daarna meteen de boot in kunnen. Van de 1000 die op het apparaat gaan zitten, willen 100 wel eens proberen te roeien en blijven er uiteindelijk 10 hangen. Een behoorlijke score als je het mij vraagt.”
Omslaan
Als de scholieren vervolgens besluiten lid te worden, leren ze in zes weken in de skiff de beginselen van het roeien. Na een afroei-examen kiezen de kinderen voor de wedstrijdgroep of de regiogroep. De visie in die eerste periode is vrij helder. “Het gaat er vooral om dat het niet te serieus wordt. Ze moeten het leuk gaan vinden en daar hoort bij dat ze zelf moeten uitzoeken hoe het moet. Omslaan is dan ook helemaal niet erg. Dat is leuker dan dat je uitlegt hoe een derde stop werkt.”
Talent
Het komt geregeld voor dat fysiek getalenteerde junioren al binnen de eerste zes weken aanhaken bij de wedstrijdgroep. “Als je bij de test op de ergometer hard gaat én je hebt lange armen en de juiste motivatie mag iedereen meteen aanhaken. Ondanks de beperkte roeitechnische vaardigheden gaat dat meestal vanzelf goed. Vaak hebben deze kinderen een sportverleden waardoor ze een groter talent voor bewegen hebben en snappen ze al wat topsport is.”
Aanwijzingen
Notermans laat ze hooguit een keer extra meeroeien in een grotere boot. Maar ook het meedraaien met de landtrainingen helpt. “Bij een indoor- of outdoortraining leren ze een bepaalde motoriek aan, die weer handig is bij het roeien. Verder is het juist goed dat je ze een beetje in het diepe gooit. Ze moeten gewoon gaan roeien en dan geven wij wat aanwijzingen. Daar moet je overigens ook niet teveel bij voorstellen. Het gaat met name om simpele opmerkingen als wat rechter op gaan zitten of handen die eerder gestrekt moeten worden. Je moet kinderen niet kapot coachen. Dan gaan ze juist teveel nadenken.”
Totaalpakket
De Rotterdammer doet dit werk nu zo’n tien jaar en denkt dat vooral de gestroomlijnde organisatie ervoor zorgt dat zijn roeiers voor succesvol zijn. “We hebben een duidelijk programma met bijvoorbeeld een eigen krachttrainer die ook fysiotherapeut is. En zo doen we eens in de zoveel tijd testen via de fysioloog van de roeibond. Daarnaast moet je vooral flexibel zijn en het niet al te ingewikkeld maken. We hebben in onze wedstrijdgroep ruimte voor 16 junioren. Op de een of andere manier komen we altijd op dat aantal uit. Het is uiteindelijk dat totaalpakket wat een betere roeier maakt.”
Professionalisering
Een ander verschil tussen De Maas en andere burgerverenigingen is dat Notermans betaald krijgt voor zijn functie als hoofdcoach. “Dat helpt met name op het gebied van organisatie. Het is simpelweg een kwestie van keuzes maken. Andere verenigingen kunnen dat ook. De Maas heeft ook een zeilafdeling die professioneel wordt gerund. Vanuit hun perspectief was het dus heel normaal dat ook bij het roeien te doen. Dat hielp bij het voor elkaar krijgen hiervan.” Hij heeft ook goed contact met de volwassenafdeling binnen het roeien. “Zo help ik ook hen bij het afnemen van examens en andersom. Bij hen is er meer aandacht voor techniek. Veteranen denken immers meer, jeugd doet gewoon.”
Maatwerk
Zelf roeide en coachte Notermans in zijn studententijd bij Skadi. Hij zou het daar op precies dezelfde wijze aanpakken als bij De Maas. “Een talent is een talent, ook zonder dat hij of zij in de boot heeft gezeten. Ik zou dan niet krampachtig vasthouden aan het riedeltje van eerstejaars en tweedejaars roeien. Bij studentenverenigingen worden dingen sneller ingewikkeld gemaakt. Leren roeien doe je niet via een megafoon en een grote groep coaches die met één boot meefietst. En waarom kan je vanaf je 19e bijvoorbeeld niet leren roeien in een skiff? Het komt dan ook weer aan op flexibel zijn en maatwerk bieden. Ik snap dat we hier bij De Maas in een luxepositie zitten en iedereen in de skiff kunnen zetten, maar met een beetje creativiteit kom je daar ook wel uit.”
Foto: Ellen de Monchy
Vlotverhalen: Balthasar
In de rubriek ‘Vlotverhalen’ interviewen we elke keer iemand die geroeid of gezeild heeft bij een van onze locaties. Wij spreken met Balthasar die roeit bij Roeicentrum Berlagebrug!KenmerkenBalthasar is te herkennen aan zijn feloranje oproei jasje. Het is een van de...
Vlotverhalen: Frits
In de rubriek ‘Vlotverhalen’ interviewen we elke keer iemand die geroeid of gezeild heeft bij een van onze locaties. Wij spreken met Frits die roeit bij Roeicentrum Berlagebrug. Open dagNa een open dag bij roeicentrum Berlagebrug was Frits verkocht. Hij was met zijn...
Vlotverhalen: Anna Mol
In de rubriek ‘Vlotverhalen’ interviewen we elke keer iemand die geroeid of gezeild heeft bij een van onze locaties. Wij spreken met Anna Mol die roeit bij Roeicentrum Berlagebrug. Het eerst wat Anna zei tijdens ons gesprek is “je kan het roeien zo gek maken als...