De laatste weken van het semester zijn aangebroken, nog vier weken en dan vlieg ik alweer naar huis voor de kerstvakantie. Voordat de tentamens beginnen hebben we volgend weekend nog één laatste wedstrijd op de Charles: niet de Head-, maar de Foot of the Charles. Dit is een achtervolgingsrace in de 4+ over een iets kortere afstand dan de Head of the Charles, namelijk 4 km. Het is een soort onderlinge oefenwedstrijd tussen de universiteiten van Harvard, Northeastern, MIT en Brown. Meestal is het heel vroeg op een zaterdagochtend, verschrikkelijk koud, waait het keihard en is het behoorlijk afzien.
Het is de allerlaatste krachtmeting op het water voordat we ‘naar binnen gaan’.Daarna is het namelijk te koud om nog het water op te gaan. De winters gaan hier in het noordoosten van Amerika gepaard met temperaturen tot ver onder nul en een flink pak sneeuw. Maar omdat het niet bij alle Ivy League-universiteiten tegelijk dichtvriest, zijn er regels opgesteld over het aantal weken dat je per winter op het water mag trainen, opdat het eerlijk blijft. Deze regels gelden echter niet voor alle universiteiten waar we tegen roeien.
Vrijheid
Tijdens de wintermaanden zitten we dus voornamelijk op ergometers. Daarnaast doen we wat meer krachttraining en lopen we af en toe een stukje hard. Deze periode is, in tegenstelling tot de rest van het jaar, tamelijk open voor eigen invulling. Er worden wel bepaalde minima gesteld en de coaches geven je richtlijnen mee, maar er is geen centraal georganiseerde training meer. Er gelden ook regels over het toegestane aantal trainingsdagen per jaar, zodat je genoeg op je studie kan focussen.
‘Triatlon’
Het team organiseert wel zelfstandige (alternatieve) trainingen, voornamelijk tijdens de weekenden. Zo zijn er jaarlijks een marathon en een ‘triatlon’, waarbij we eerst 10 kilometer ergometeren, dan 8 kilometer hardlopen en tot slot 20 keer een set hoge trappen op- en afrennen. De winnaar krijgt een typisch Amerikaans oud baseball jack met leren mouwen en ‘Brown Crew’ achterop. Op den duur vertrekt iedereen naar huis om kerst en oud&nieuw te vieren.
Florida
Je wordt – fit en niet met te veel extra kilo’s – terug verwacht op het trainingskamp in Florida, begin januari. Daar ontsnappen we aan de kou en kunnen we twee weken in enkel een roeipakje trainen. Het gedeelte van Florida waar wij zitten is, op de raketlanceringen van NASA na, niet bijster interessant. Het is eigenlijk één grote stripmall, oftewel een drukke weg met daaraan een onophoudelijke rij van parkeerplaatsen met de bijbehorende grote winkelketens. Aan zo’n weg zit ook ons hotel, waarin we twee weken bivakkeren. Gelukkig bieden het strand en de oceaan, aan de andere kant van het hotel, afleiding van deze misère.
Trainingswater
De plek waar we roeien is een ander verhaal. Een kleine tien minuten rijden vanaf het hotel is een soort park waar we de boten hebben liggen. Er is geen vlot dus je moet tussen het vloedbos door het water inlopen om vervolgens je boot in te klimmen. Gelukkig is het lekker warm. De eerste week zitten we meestal in skiffs en twee-zonders en de tweede week voornamelijk in viertjes en achten. We varen meestal twee keer per dag 16 tot 24 kilometer. Het roeiwater is rustig, beschut en eindeloos. Je kunt ongestoord trainen zonder bang te zijn voor krokodillen, want die zitten niet in zout water.
Zeekoeien
Je wordt overigens wel af en toe verrast door een nieuwsgierig groepje dolfijnen, die tot aan de riggers van je boot naar je toe durven te komen. Ze zwemmen ook graag in de golven van de coachboot. Een heel enkele keer kom je een zeekoe tegen. Zeekoeien zijn minder speels en die kunnen je makkelijk om laten slaan als ze tegen je aan zwemmen. Maar voordat ik me daar zorgen om moet gaan maken, moet ik eerst nog even die wedstrijd in de vier-met varen volgend weekend, in de bittere kou van Boston. De weersverwachting is -4 graden en windkracht 5.
Blessures in Amerika: onnodig stressvol
In vorig artikel besprak ik de verschillen in coachen tussen Nederland en Amerika. Een onderdeel dat het verschil in coachen voedt, is dat teams hier een stuk groter zijn dan in Nederland. Universiteitsteams hebben normaalgesproken tussen de 50 à 60 mensen, die altijd...
Stereotypes Met Nuance
Nadat een aantal pioniers zoals Olivier Siegelaar en Niki van Sprang het voortouw namen, is het steeds gebruikelijker geworden om aan de andere kant van de oceaan te gaan studeren en roeien. Ik weet nog goed dat Max Ponsen en Roel van Broekhuizen, anderhalf jaar...
Volle por naar Rio: De no-nonsense mentaliteit
En de cirkel is rond. Iedereen in de zware mannen groep van het ANRT is aan het woord geweest en heeft de mogelijkheid gehad de lezer een kijkje te geven in de keuken van een Olympische roeiploeg op weg naar de Olympische Spelen van Rio de Janeiro. Maar wie is hier...