Foto: Ellen de Monchy
“Wat geweldig, het nieuws vanuit de wetenschap dat uit fase roeien sneller gaat dan gelijk roeien!” blèrt Jayden. De jongens van afroeiploeg ‘The Champions’ hebben er al vier trainingen op zitten sinds ze twee weken geleden zijn begonnen met studeren. En de kersverse academici drinken er aan de bar van hun club Asopos nog een op.
Boeg Noah verklaart de blijdschap: “Het is een enorme opluchting dat we niet fucking lang hoeven te oefenen voor zoiets sufs als gelijk leren roeien. Gelijk drinken vinden we al moeilijk genoeg. Wij zijn van een generatie die niet gewend is hard te werken. Dat hoefde ook niet want mijn moeder maakte altijd mijn huiswerk en mijn vader liet altijd de hond uit of deed mijn krantenwijk. We wisten al wel dat we goed waren, maar niet dat we zo goed waren. Tokyo lonkt voor ons. Ze vertelden het al in de intro week: met studentenroeien kan je in korte tijd de wereldtop halen.”
Slagman Sergio vult hem aan: “We gaan echt al knetterhard in de C4 en in de bak lukt het keren achterin ons ook al. Dat gaat dus alleen nog maar sneller in zo’n gele pretbanaan van Empacher. Beetje wiebelen, maar dat gaat dus alleen maar sneller! Er kwam al zo’n coach langs die ons vroeg in de eerstejaars acht mee te selecteren. Hem viel het dus ook al op dat we super goed zijn.”
Kevin, druk oefenend met het vaarreglement om bakboord en stuurboord uit elkaar te houden, sluit het gesprek af: “We zien die jongens uit de Holland 8 wel op de Bosbaan komend jaar. Een ding is zeker. Anti fase roeien gaat de selectie op zijn kop zetten. Wel ff kijken of ik kan, want ik zou met mijn middelbare school matties op reünie naar Chersonissos en dat is ook belangrijk.
Voor niks gaat de zon op
Boudewijn van Opstal is coach van het nationaal team van Indonesië. Na jaren te hebben gecoacht en gewerkt bij Orca , Skoll, Phocas en de KNRB werkt hij sinds januari 2012 in Pangalengan, een bergdorp vlakbij Bandung. Hieronder schrijft hij over zijn (roei-)...
Mannen van staal en boten van Hout(man)
“JONGSTE!!” buldert het door de gangen wanneer bezoek aanbelt bij de Cornelis Houtmanstraat 28 in Utrecht. Een timide jongeman komt de trap af rennen en opent haastig de deur voor bezoek. Meteen daarna wordt er koffie gezet. Of nou ja, koffie is misschien wat...
De Roeibond moet op de ‘kleintjes’ letten
En tot mijn stomme verbazing zit ik op een dag op slag in de Holland 8. Hoe in hemelsnaam ben ik hier nu beland? Tenslotte ben ik maar een mannetje van 1,85 m, tegen wie mijn oude coach Jan-Willem van der Wal, al op mijn 16e zei dat ik nooit de top zou kunnen halen....