Vorige week was daar de eerste finale op het WK onder 23 in Rotterdam met Nederlandse deelname. In de vier zonder kwamen Hermijntje Drenth, Eline Feitsma, Ymkje Clevering en Veronique Meester in actie. Ik sprak boegvrouw Hermijntje Drenth en kwam alles te weten over haar ervaringen rondom de voorbereidingen voor het WK, het toernooi zelf en het mooie resultaat.

“Ik heb gewoon pijn in mijn heup van het dansen” lacht ze, want feesten mag ze nu.

“Er is ook gewoon zon in Nederland, heel chill” vertelt Hermijntje die volgende week aan haar tweede master begint aan de VU en in die laatste en enige vrije week wel wat zon kon gebruiken. “Het voelt heel gek dat er nu ineens niets meer is. Na al die voorbereidingen, al die weken trainen ben je ineens vrij.”

Na een uitstekend resultaat, dat wel. Hermijntje en haar ploeggenoten wonnen vorige week een bronzen medaille. Op mijn vraag hoe de voorbereidingen zijn gegaan vertelt ze dat de focus gedurende de gehele voorbereidingsperiode en de week van de races op henzelf en de eigen boot heeft gelegen. “We hadden geen idee hoe we in het veld zouden liggen. Normaal ken je je tegenstanders wel enigszins, wij konden alleen op WorldRowing zien dat zo ongeveer iedereen meer internationale ervaring had dan wij. Aan het begin van onze trainingsperiode hadden we al besloten voor onszelf te varen. Je kunt niet bezig zijn met andere mensen, alleen op zelf zo goed mogelijk roeien, want daar heb je invloed op.”

“Wij konden alleen op WorldRowing zien dat zo ongeveer iedereen meer internationale ervaring had dan wij.”

Dat er in de laatste week voor het WK niet echt op afstandjes getraind kon worden vanwege fysieke mankementen gaf wat onzekerheid. “We hebben de eerste weken vooral veel extensieve duur gedaan. We wisten dat we goed konden stayeren, maar daar heb je tijdens een 2k weinig aan. Voor mij was het echt even spannend hoe het dan met kortere afstanden en meer snelheid zou gaan. De rest had daar meer vertrouwen in.”

Dat vertrouwen bleek terecht: met groot gemak gingen ze in één keer door naar de A-finale. “Ja, dat was toch wel een verrassing ja. We waren zo blij, we hebben echt al een beetje iets gevierd. We hadden er rekening mee gehouden maandag de herkansing te moeten varen en toen waren we ineens vrij. Maandag was de focus er af, wat betekende dat we die dinsdag echt weer even moesten herpakken.” Een aantal van de tegenstanders op donderdag zou extra race-ervaring opdoen bij de herkansing en daarom hebben de dames ook nog een keer een afstandje gedaan. “Wel maar 500 meter hoor, maar dat ging goed.”

“We hebben als ploeg nooit het woord ‘medaille’ in onze mond gehad.”

Met de derde tijd en kans op een podiumplek gingen ze de A-finale in. “In al die tijd hebben wij als ploeg nooit het woord ‘medaille’ in onze mond gehad. Omdat ons doel was ons beste roeien te laten zien en een goede race te varen, waren we ook tevreden geweest met een zesde plek in de finale wanneer we die met goed roeien hadden bereikt. Dat zei onze coach Sander ook steeds, dat we op onszelf moesten blijven focussen. Als Amerika ervandoor ging zouden we niet in paniek raken, gewoon stug door blijven roeien.”

In een tijd van 6:33 roeiden ze de derde tijd ooit in hun categorie en werden ze nét geen tweede.

“Dat wil ik dus niet horen. Het is niet jammer dat we nét geen tweede zijn geworden. We hebben niks verloren, we hebben brons gewonnen!”