“Hey Jasper, bedien jij het kanon voor de Oude vier race?” Wat ik? Duh! Mijn 2e optreden als kamprechter en ik stond al bij de aankomstcommissie met een kanon. Hoezo was kamprechteren saai? Daar kwam de eerste ploeg, Nereus en op mijn teken kwam dat eerste schot. Gruwelijk! Ik wilde eigenlijk meteen gaan rennen om te gaan zwemmen, maar nee, als kamprechter was je onpartijdig dus ik wist dat het eigenlijk niet ging. Toen kreeg ik een tik op mijn schouder van het hoofd van de jury die grijnzend zei: “Ga maar, wij wachten wel op de laatste ploeg”.

 

Vrijwel iedereen binnen de roeiwereld heeft tijdens zijn of haar roeicarrière een bepaald beeld gevormd van kamprechters. Of dit nu een positief of een negatief beeld is: kamprechters zijn nodig zodat roeiers veilig een eerlijke wedstrijd kunnen varen. Zonder kamprechters, geen wedstrijden. De laatste tijd ondervinden verschillende wedstrijdorganisaties een tekort aan (ervaren) kamprechters om roeiwedstrijden zonder problemen hun wedstrijden te draaien. Het voortbestaan van de Twee- en Jeugdhead 2015, afgelopen zaterdag 29 maart, stond te wankelen door de aanmelding van slechts negen kamprechters die werden verdeeld over de lange afstandswedstrijd. Jasper Kessels, schrijver van de inleidende anekdote in dit artikel klinkt waarschuwend: “Er moet nu aan de bel getrokken worden”

Hoewel de uiteindelijke verantwoordelijkheid van het vinden van voldoende kamprechters bij de wedstrijdorganisaties en de organiserende verenigingen zelf ligt, voelt de kamprechterscommissie zich zeker aangesproken om het tekort aan kamprechters aan te pakken. RoeiNed sprak met Ingeborg Bot, lid van de kamprechterscommissie, over de oorzaak achter dit steeds weer opspelende kamprechter tekort: “Binnen het kamprechteren wordt onderscheid gemaakt tussen kamprechters A en kamprechters B (deze groep is op nationale wedstrijden niet op alle taken zelfstandig inzetbaar). De groep B’s wordt steeds groter, maar treedt ook minder vaak op. Dit is een probleem omdat ten eerste het aantal wedstrijden blijft groeien waardoor meer kamprechters nodig zijn, en dat wedstrijden willen professionaliseren en daardoor ineens mensen met een licentie nodig zijn om de wedstrijd volgens het Regelement van Roeiwedstrijden te laten verlopen”

De kamprechterscommissie komt naar voren met twee mogelijke oplossingen; de bestaande poule vaker laten optreden en meer mensen opleiden. Het opleiden van meer mensen zit in een lift. De laatste jaren is de kamprechtercommissie actief bezig geweest met het uitrollen van een decentraal kamprechter B opleidingspakket. Dit betekent dat verenigingen zelf kunnen aangeven of ze een examen willen organiseren. De kamprechterscommissie zoekt op dat moment een ervaren kamprechter in de buurt om de cursus te geven en het examen af te nemen. Gezien de toename in het aantal mensen met een kamprechter B-licentie lijkt het decentrale opleidingspakket een succesvolle strategie. In 2014 behaalde ruim 70 mensen hun B-licentie, waardoor er ruim 180 kamprechters B werden geteld in Nederland. Na het behalen van hun licentie komt nu vooral de uitdaging om de kamprechters te laten optreden.

 

Jasper Kessels, ziet vooral toekomst in het enthousiasmeren van competitie- (en club-) roeiers: “Wedstrijdroeiers weten wel wat kamprechters doen, maar hebben vaak niet de tijd om zich in te zetten als kamprechter. Competitieroeiers daarentegen beschikken vaak wel over die tijd, alleen is het kamprechteren binnen deze groep vrij onbekend”. Kessels, die zelf als competitieroeier is doorgestroomd naar het kamprechteren is van mening dat wanneer competitieroeiers weten wat ze ervoor terugkrijgen, meer geïnteresseerde zich zullen aanmelden. “Als kamprechter bekijk je de roeiwedstrijden van dichtbij, vaak met de beste plekken van de hele baan. Wedstrijden voelen als een weekendje weg, alles wordt voor je geregeld en betaald. Tenslotte blijf je als kamprechter niet alleen betrokken bij de roeiers, maar leg je ook contacten met andere kamprechters van burgerverenigingen, corporale en niet-corporale studentenverenigingen”

Hoewel Kessels een toename constateert van een mix aan achtergronden, blijft het kamprechteren klampen met het stoffige imago. Donald Kreiken, wedstrijdorganisatie van de Heineken Roeivierkamp en bezitter van een kamprechter B-licentie beaamt dit imago: “Veel personen hebben het beeld van bergschoenen, geitenwollen sokken en steunzolen wanneer er over kamprechters wordt gesproken en hebben daarnaast geen idee waarvoor kamprechters dienen, behalve het controleren van hielstrings”. Volgens Kreiken ligt de oplossing dan ook op het ‘sexy’ maken van het kamprechteren. Als toekomstbeeld refereert hij naar de vrijwilligers tijdens de Koninklijke- Holland Beker, waarbij Skøllies zich gedurende dag met zijn allen inzetten om de avond gezamenlijk af te sluiten met een groot feest bij Skøll. “Wij zijn toe aan vernieuwing, door meer studenten te betrekken bij het kamprechteren en het plaatsen van jonge kamprechters in de jury van een wedstrijd,” adviseert Kreiken.

Of nu elke student staat te popelen voor het kamprechteren is natuurlijk de vraag. Kamprechters beginnen vaak vroeg en maken tijdens wedstrijdweekenden lange dagen. Door de variëteit van de kamprechterstaken kan het voorkomen dat er geen uitdaging zit in de toegewezen taak of dat je als kamprechter ploegen moet uitsluiten van een wedstrijd, terwijl de adrenaline nog door de roeiers heen raast.

Voor de mensen die wél staan de popelen is er goed nieuws, de kamprechtercommissie is altijd op zoek naar nieuwe kamprechters. Iedereen met een beetje affiniteit met roeien kan instromen. Ingeborg verklaart nader: “Kamprechteren leer je ‘on the job’ dus iedereen die affiniteit heeft met roeien, kan zonder problemen instromen. Het kamprechteren gebeurt op zo’n 100 wedstrijden per jaar, dus voor iedereen is er wel een wedstrijd die aanspreekt. Iedereen die wil werken aan organisatorische vaardigheden (denk aan het managen van een kluwen C4’en op een NOOC-wedstrijd), aan zijn ‘debating skills’ (afhandelen van protesten) of zich bewust wil worden van zijn openbare spreekkunsten (starten) kan veel leren van kamprechteren.”

 

Foto’s: Merijn Soeters