Afgelopen zondag borrelde Nereus op het nieuwe jaar. Zij en vele verenigingen met hen. Niets bijzonders zou je zeggen, maar toch gebeurde er iets dat deze avond tot een onvergetelijke zou maken. Het bestuur van de A.S.R. Nereus kreeg een speciaal cadeau. Foto’s van een man uit de ruimte. Foto’s van een man, klein van postuur, groot in de roeiwereld. Foto’s van een man, waar de wereld tragisch genoeg zeer vroeg afscheid van moest nemen.

Chun Wei Cheung haalde in 2004 zilver op de Olympische Spelen van Athene. De 8 eindigde maar net achter de Amerikanen. Een memorabele race waarover Gerritjan Eggenkamp later van een bevriende Amerikaan (waarmee hij in Oxford had geroeid) te horen kreeg dat de finish voor hen geen moment later had moeten komen. In augustus 2006 nam Chun met deze Holland 8 deel aan de WK in het Engelse Eton, waarna hij bij thuiskomst klaagde over vermoeidheid. Chun bleek een zeldzame, agressieve vorm van leverkanker te hebben. Twee maanden later overleed hij op 34-jarige leeftijd aan de gevolgen van deze ziekte.

Naast roeien had Chun nog een passie: de ruimtevaart. Zeholy Pronk was voor zijn pensioen samen met Chun werkzaam bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Zeholy als projectmanager en Chun als administrateur van ruimtevaartprojecten. Kort na Chun’s overlijden treft Pronk zijn schoonzoon, Ronald Backer Dirks, en vertelt hem over het overlijden van een collega, die ‘ook een bekende in de roeiwereld scheen te zijn’. “Ik dacht meteen: ‘hier moeten we wat mee doen’,” vertelt Ronald aan ons. Hij nam contact op met Ming Cheung, Chun’s broer.

“Er kwam een smsje mijn kant op waarin Ronald aangaf dat Kuijpers de ruimte in zou gaan en dat hij ‘de schoonzoon van’ was,” legt Ming uit. “Misschien konden we iets mee de ruimte in sturen als eerbetoon. Het moest iets kleins zijn, dus hebben we besloten om voor een foto te gaan. De ‘Henley foto’ was denk ik wel de mooiste.” Ming stuurde de foto op, samen met een geschreven motivatie. En vervolgens werd het twee jaar stil. “Ik dacht: ‘ach, als de foto niet meegaat is het in ieder geval mooi geprobeerd.’”

En opeens was daar het bericht van Zeholy Pronk dat de foto terug was. Terug uit de ruimte, samen met André Kuijpers. “Ik ken André goed en heb de foto op 9 september 2011, een paar maanden voor de lancering, overhandigd aan zijn vrouw,” vertelt Pronk. “Zij regelt de persoonlijke spullen die André mee de ruimte in neemt. Dat mag maar anderhalve kilo zijn. Ook worden deze allemaal getest. Ze mogen bijvoorbeeld niet brandbaar zijn. Eén A4tje kan nog, maar een blok papier wordt afgekeurd. Er bleken later nog een aantal experiment moduletjes mee te moeten die voorrang hadden.”

André moest een deel van de gekozen spullen achterlaten om ruimte te maken voor deze modules. De foto van Chun bleek voor hem genoeg prioriteit te hebben en ging mee de hoogte in. En daar maakte de Amerikaanse ruimtevaarder Donald Pettit deze foto van André en Chun. De foto die bewijst dat Chun, met de Henley Cup in handen, de sterren en het universum na zijn dood toch wist te bereiken.  De foto met het ontroerende opschrift: “Hij was een ster in de roeiwereld. Werkzaam bij het NLR dromend over het universum. Nu kan hij zich samenvoegen bij de sterren en het universum.”