Hoofdinstructeur Timo Bol: ‘Angst moet nooit je roeien belemmeren’

Hoe leer je mensen zo snel en zo goed mogelijk roeien? Toprow vraagt het aan experts op verschillende gebieden. Vandaag is Timo Bol aan de beurt, hoofdinstructeur van Roeicentrum Berlagebrug, dat roeicursussen aanbiedt aan verschillende type roeiers. Hij werkte de laatste jaren een stappenplan uit waarmee je beginners zo effectief mogelijk les geeft tijdens hun eerste weken.

Timo (29) kwam in aanraking met de roeisport in 2011 toen hij lid werd van de Utrechtse studentenvereniging Orca. Hij roeide in de clubacht en coachte daarna verschillende ploegen. “Vanwege mijn opleiding tot gymnastiekdocent in Zwolle zat wedstrijdroeien er voor mij niet in. Coachen lag in het verlengde van mijn studie. Ik ben begonnen met competitieploegen en heb daarna ook wedstrijdboten begeleid. Maar op een gegeven moment kwam ik er achter dat dat mij toch niet helemaal paste. Ik vond het bijvoorbeeld veel belangrijker dat mijn roeiers dingen leerden dan dat ze per se wedstrijden gingen winnen. Misschien is dat voor een wedstrijdcoach nou net niet bepaald handig”, zegt hij lachend.

Hoofdinstructeur
Met zijn kwaliteiten kwam hij een stuk beter tot zijn recht bij Roeicentrum Berlagebrug in Amsterdam, waar hij in 2016 begon als instructeur. “Hier staat voorop dat je vooral mensen dingen moet leren. Wat begon als bijbaantje naast mijn studie, werd al snel meer. Binnen twee jaar kon ik als hoofdinstructeur aan de slag. Ik help vanuit daar het management mee met de ontwikkeling en vernieuwing van de inhoud. Voor de cursisten ben ik het aanspreekpunt en ik zorg ook voor de interne opleiding van de instructeurs. Ik combineer dat inmiddels met een baan als gymdocent bij een basisschool voor hoogbegaafde kinderen.”

Eerste-stop
Waar het Roeicentrum voorheen vooral werkte met richtlijnen voor instructeurs, maakte Timo een stappenplan voor de eerste acht lessen voor beginners. “Het gaat uit van een aantal principes waar we altijd op terug moeten kunnen vallen. Ten eerste willen we niet dat cursisten stil zitten. Daar betalen ze niet voor. Dus in een C4 roeit altijd iedereen en wordt er niet getubt. Daarnaast gebruiken we veelvuldig de eerste-stop-houding om weer samen te komen. We focussen er op dat de bladen verticaal in en uit het water gaan en voor de veiligheid wil dat ze kunnen houden. Ten slotte willen we meteen vanaf het begin dat de roeiers eerst hun handen wegstrekken voordat ze verder naar voren gaan. Anders komen ze in de knoop met hun knieën.”

Vrijheid
Hoewel de cursisten vooral willen roeien, laat Timo hen wel beginnen in de roeibak. “Het is vooral makkelijk om wat noodzakelijke dingen uit te leggen. Maar we gaan al snel ook de eerste les de roeiboot in.” Hij geeft de instructeurs vervolgens de vrijheid om binnen de hierboven genoemde principes uit het stappenplan zelf oefeningen te verzinnen en uit te laten voeren. “Ik zie de boten vaak alleen de eerste en de laatste tien minuten van een sessie. Op basis daarvan kan ik zien of ze beter terugkomen dan ze vertrokken en kan ik ook eventueel feedback geven op wat de instructeurs in de tussentijd hebben gedaan.”

Instappen
Iets waar hij gaandeweg achter kwam, was dat het in- en uitstappen voor een behoorlijk aantal cursisten een behoorlijke drempel was. “Als je gewend bent met studenten te werken, denk je daar niet meteen aan. Maar het is voor een behoorlijk aantal mensen een behoorlijke stressfactor en zelfs een belemmering om te gaan roeien. Ik ben er ook achter gekomen dat mensen er een hekel aan hebben om hierbij hulp te krijgen. Ze willen het graag zelf doen. Toen heb ik afhankelijk van de lichamelijke beperking vijf of zes manieren bedacht hoe men alsnog zelfstandig de boot in kan. Bijvoorbeeld door op de manchet van de riem te leunen als de heupen het niet houden.”

Uitlengen
Voor het skiffen heeft Timo weer een ander programma bedacht. Deze cursus is zeker in de deze coronatijd zeer relevant. “We beginnen dan achterin de haal omdat je in de uitpik de meeste stabiele positie hebt. Met skiffen is gemak en ontspanning het belangrijkste, dus uitlengen is dan vaste prik.” Hij wil ook waker voor een te grote focus op de juiste houding. “Zeker bij ouderen heb je te maken met bepaalde fysieke beperkingen. Mensen kunnen niet meer helemaal inbuigen of kunnen hun knieën bij de inpik niet bij elkaar houden. Je moet gewoon wat minder streng zijn, het gaat hen ook vaker om het lekker kunnen roeien dan om een perfecte haal.”

Angst
Moest hij kiezen in welke boot je beginners het beste op kan leiden, dan heeft hij toch een lichte voorkeur voor de skiff, zeker met de komst van stabiele Lightboat die het roeicentrum sinds een jaar heeft. “Het hangt wel totaal af van hoeveel de roeiers durven. Is er amper of geen angst zou ik altijd voor de skiff kiezen, daar krijg je veel sneller terugkoppeling in van wat je precies doet. Maar als je bang bent voor zo’n smalle boot, dan kan je veel beter in een C4 stappen. Je wil namelijk nooit dat angst je roeien belemmert. Kinderen zou ik altijd in de skiff laten starten. Daar doen we vooral spelletjes mee. Zoals trefbal in de skiff, daar worden ze handig en wendbaar van.”