Alhoewel, we hadden het aan kunnen zien komen. De coaches van Project 2020 hadden in de week na de slotwedstrijden een laatste meetmoment ingepland: een 2k-test op de ergometer. Tinka ging haar allereerste 2k in met een jaloersmakende naïviteit en liet 6 minuten en 55 seconden later met een kleine glimlach de hendel los.
“Ik wist helemaal niet dat 7-plat een magische grens was en toen zat ik daar ineens onder.”
Dat ze aan het eind van het roeiseizoen waarin het aantal kracht- en ergometertrainingen minimaal is al zo hard ging beloofde veel goeds voor de race waar het écht om draait: de 2k tijdens het NKIR. De power en conditie daarvoor had ze dus wel, nu was het werken aan techniek “Het ging hard, maar het zag er niet uit!” lacht ze.
De power en conditie bouwde de 23-jarige vrijgezelle Amstelveense op in de elf jaar dat ze fanatiek aan atletiek deed. Vanaf haar elfde tot een jaar geleden stond haar leven grotendeels in het teken van hardlopen. Hoewel het er lange tijd op leek dat ze in die sport de top zou bereiken, raakte ze steeds vaker geblesseerd en stagneerde haar groei. “Daar baalde ik enorm van. Ik denk soms nog steeds: ‘Ik heb er zoveel voor gelaten en wat is het resultaat?’ Ik had altijd het verlangen ergens écht in uit te blinken en dat lukte niet”.
Toen eind 2015 voor de tweede keer de oproep van Nico Rienks voorbij kwam twijfelde ze niet meer en meldde ze zich aan. Roeien leek haar in eerste instantie niet perse heel leuk. “Vriendinnen van mij deden aan wedstrijdroeien en konden ineens nooit meer afspreken, dat roeien leek me maar stom.” Het feit dat ze lange meiden zochten maakte haar echter nieuwsgierig genoeg om zich aan te melden. Daarnaast sprak het idee een teamsport te doen haar erg aan.
Tinka bleek talent te hebben en vond het roeien veel leuker dan verwacht. De coaches waren tevreden en na haar uitstekende eerste 2k werden aan het begin van het nieuwe seizoen nieuwe eisen gesteld. De coaches maakten duidelijk dat van alle SilVia-roeisters tijdens het NKIR een tijd onder de 7 minuten werd verwacht, liefst onder de 6:50. Drie weken voor het evenement begon de groep met ergometertrainingen.
“We stressten wel een beetje hoor, die trainingen kwamen zo laat. Wij dachten: ‘Hallo, wij moeten wat laten zien. Dan moeten we ook trainen!’”
Het vertrouwen groeide echter met elke training en Offereins was er klaar voor. Waar andere roeisters zenuwachtig werden van alle vertragingen en technische storingen kon zij alleen maar lachen, afgeleid was ze niet. “Nee, van die storing werd ik alleen maar melig, dat haalde de grootste spanning er eigenlijk juist af. Ik wist op wie ik moest letten, wie mijn grootste concurrenten waren en ik wist wat ik moest doen. Dat veranderde niet.”
Nu heeft ze een record en een trotse coach. Naast Tinka zag Rienks nog vier dames hun race in minder dan 7 minuten afleggen. De roeisters die niet onder die grens doken roeiden bijna allemaal persoonlijke records. Al met al lijkt de aanpak van de beste roeier van ons land zijn vruchten af te werpen.
Zijn nieuwste pupil brengt de komende periode vooral in de skiff door, het nummer waarin ze op de Winterwedstrijden verschijnt. En daarna? Trainingskampen in Zwolle en met de ploeg naar Varese om met meer ervaren roeiers te trainen en veel te leren. En dan de Heineken en de Head? Ze weet het niet precies.
“Ik ben eigenlijk zo’n groentje nog, ik verbaas me ook nog steeds over de dingen die ik tegenkom in de roeiwereld.”
Het lijkt die naïviteit in combinatie met de extreme gedrevenheid en het verlangen uit te blinken te zijn die haar zo ver brengt. En ze heeft nog veel meer voor ons in petto, dus hou haar in de gaten.