Zeven jaar werkt Ricardo Oschatz (55) inmiddels als bootsman bij de Koninklijke Roei- & Zeilvereniging De Maas. Begonnen als jonge roeier bij eerst de gemeente Rotterdam en later Nautilus kwam hij via vele omzwervingen terug in de roeisport.

Ricardo volgde als scholier cursussen bij de ‘Raad van Lichamelijke Opvoeding’, een door de Gemeente Rotterdam opgerichte roeiloods aan de Crooswijksebocht, waar nu roeivereniging Rijnmond zetelt. Hij werd gegrepen door de sport en meldde zich al snel aan bij Nautilus, amper een kilometer verderop. “Ik heb zelfs nog op een blauwe maandag wedstrijdgeroeid, al was ik daarin niet bijzonder fanatiek. Prestatietochten trokken mij meer. Zo deed ik mee aan Koblenz-Delft, een race over 440 kilometer. En ik was erbij toen in 1988 de eerste Elfstedentocht werd verroeid.”

Enkhuizen
Ondanks zijn nog jonge leeftijd kwam hij snel in de werkplaats van Nautilus terecht. “Men had door dat ik handig was en ben daar vervolgens lang als vrijwilliger actief geweest. Nautilus had in tegenstelling tot De Maas geen betaalde bootsman dus wij moesten alles zelf oplossen.” Na een opleiding tot boekhouder en een jaar in militaire dienst, werkte hij in die tijd twaalf jaar als magazijnmedewerker in vrachtwagenonderdelen. Het werken aan boten bleef echter trekken. “Ik heb toen een cursus botenbouw gedaan in Enkhuizen. Met tien man hebben we in drie maanden tijd drie jollen in elkaar gezet. Daar heb ik de basis van mijn vakmanschap gelegd.”

Busman
Ricardo vond kortstondig een baan bij Busman, toen de enige roeibotenbouwer van Nederland. “Het was leuk werk, maar ik kwam er wel achter dat boten bouwen iets heel anders was dan ze repareren. Het is meer fabrieksmatig werken en doet weinig beroep op creativiteit en samenwerking. Niet veel later werd de hele tent opgedoekt.” Na een tijd in een gereedschapswinkel in Gouda te hebben gewerkt, hoorde hij via een kennis van Nautilus dat De Maas een bootsman zocht. “Ik aarzelde geen moment. Ik kon van mijn hobby mijn werk maken.”

 

Clubcultuur
De Maas had direct iemand nodig, dus het was snel beklonken. Het betekende wel een omslag van club. “Ik vond De Maas altijd een vrij chique club. Vroeger waren er zelfs maar liefst drie bootsmannen. Nog steeds kom je hier niet zomaar binnen en moet je voor referenties zorgen om lid te kunnen worden. En kinderen kunnen hier alleen roeien als ook hun ouders lid zijn. Doordat ik er ben hoeven leden van De Maas veel minder zelf te klussen dan bij Nautilus.” Er staat volgens hem tegenover dat het een bijzonder familiaire vereniging is met veel gezellige en actief roeiende leden. Van de 600 leden die als roeier staan ingeschreven zijn er maar liefst 450 wekelijks actief.

Voorrang
Dat brengt ook veel schades met zich mee. “Er gaat vrijwel geen week voorbij zonder schademelding. Sommige Maasleden denken dat ze op het water altijd voorrang hebben, maar anderen snappen dat niet”, zegt hij met een knipoog. Maar dan serieuzer: “Ons gebouw is prachtig, maar past niet meer bij de vloot van vandaag. De loodsen zijn smal en de hoogte van de deuren is veel te laag. Dat veroorzaakt veel schades. Daarnaast zit in de cultuur van de club dat als iets stuk is, er altijd wel iets nieuws komt.” Toch is er soms ook sprake van het tegenovergestelde. “Zo hebben we een ploeg die al 20 jaar in dezelfde boot roeien en absoluut geen andere – betere – boot wensen, hoewel hun schip allang aan vervanging toe is.”

Reparaties
Dat hij maar een beperkte opleiding in dit vakgebied had, leverde vooral in het begin enige problemen op, vertelt hij eerlijk. “Ik had vooral veel ervaring met hout en kunststofboten zijn toch echt heel anders. Zo wist ik weinig van honingraad en gebeurde het eens dat na een reparatie een boot ineens een kilo zwaarder was. Ook vond ik het lastig om weer de perfecte vorm terug te krijgen. Ten slotte is het vinden van de juiste kleur verf voor de laatste laag erg lastig. Maar ik las in jullie serie dat mijn collega van De Amstel daar iets op gevonden heeft. Met hem ga ik zeker contact opnemen.”

Gastheerschap
Een extra verdiepende cursus kwam er vooralsnog niet van. “Ik heb toen ik begon meteen contact opgenomen met Empacher want die boden dat vroeger aan, maar helaas zijn ze daarmee gestopt toen een van de oprichters overleed.” Gelukkig redt hij zich inmiddels uitstekend. Zijn vak behelst tegenwoordig ook meer dan enkel boten repareren. “Ik ben vaak de enige aanwezige op de loods, dus veiligheid en gastheerschap spelen ook een rol. Ik help mensen met het tillen van hun boten en ben ook getraind als bedrijfshulpverlener. Bovendien ben ik de enige die weet waar alles ligt, dus ik krijg de hele dag vragen. Deze werkplaats voelt echt als mijn domein en dat is een heerlijk gevoel. Ik zit hier uitstekend op mijn plek.”

Vlotverhalen: Balthasar

Vlotverhalen: Balthasar

In de rubriek ‘Vlotverhalen’ interviewen we elke keer iemand die geroeid of gezeild heeft bij een van onze locaties. Wij spreken met Balthasar die roeit bij Roeicentrum Berlagebrug!KenmerkenBalthasar is te herkennen aan zijn feloranje oproei jasje. Het is een van de...