“Ik wil dat gewoon gedaan hebben, dat snap je wel toch?” sprak ik kort na mijn inschrijving voor de Elfstedentocht. “Het is vast ontzettend leuk, anders doen er niet zoveel mensen mee ieder jaar”, weer zo’n uitspraak om uit de ongemakkelijke staat die in de psychologie cognitieve dissonantie wordt genoemd te ontsnappen. Ik had gedrag vertoond (inschrijven voor deze hel van een tocht) dat strijdig was met mijn eigen overtuiging, waarden en normen (heel ver roeien is niet leuk). Aan het gedrag kon ik niets meer veranderen, dus moest ik die overige drie maar aanpassen. “Het is écht wel leuk! En ik heb er zin in ook!” sprak ik mezelf daarom dagelijks toe.

En afgelopen weekend was het dan zover: de Elfsteden roeimarathon. De tocht waar ik me ruim een maand geleden in een bijzonder naïeve bui voor aanmeldde en waarvoor ik donderdag begon te trainen. Met een lichte spierpijn in mijn rug en onwijs verbrande armen vertrok ik vrijdag rond het middaguur richting roeivereniging Wetterwille in Leeuwarden om mij bij de GalaMadammen van RIC te voegen. Bij aankomst bleek de boot al bijna volledig afgesteld en afgeplakt en was zelfs alle elektronica al in orde. Aan mij de taak de riemen op te meten. Met mijn rolmaat nog in de hand liep ik na het volbrengen van deze taak het gehele terrein over om de nodige grappen over tijdsduur te maken (“Hoe lang duurt de tocht eigenlijk? Even meten!”), met een soepele polsbeweging de rolmaat uit te rollen en flink hard te lachen. Mijn ploeggenoten uit team B hadden er ook wel een handje van de nodige grollen uit te halen en dat bleek ons belangrijkste wapen: “Het is dankzij het aangename gezelschap dat ik het heb gered” sprak één van hen achteraf.

“Ik zou nóóit aan zoiets meedoen, ook niet op de trekker”

Na onze eerste etappe konden wij, team B, direct naar ons volgende wisselpunt. In Oenkerk aangekomen hadden we ruim 3 uur tijd te doden en besloten we dat in de leukste kroeg van het dorp te doen. In ‘Het Wapen van Oenkerk’ was het gezellig druk en spraken we een aantal locals waarmee we later ontzettend spontaan op de foto zijn gegaan. De mannen gaven aan respect voor ons te hebben. “Ik zou er de motivatie niet voor kunnen vinden, hoe zet je jezelf tot zoiets aan?” vroegen ze ons. Wij konden daar zelf niet een heel duidelijk antwoord op geven. Vanuit de stereotype logica dat alle mannen in dorpen boeren zijn vroegen wij ze of ze de Elfsteden ook niet op de trekker zouden willen doen: “Nee.”

3 x Mark is scheepsrecht

Onder een oude jas van de bondscoach vielen mijn ogen af en toe dicht op onze tweede rustplek: Wetterwille. Ik schrok wakker van extreme kramp in mijn voet en besloot de medewerkers van het Rode Kruis erbij te roepen. “Kramp is niet zo erg hoor”, vertelde Mark mij. Op mijn vraag of voetkramp niet kon overgaan in hartkramp en daarmee tot onzekerheid in mijn verdere deelname aan de tocht zou leiden antwoordde Mark slechts: “Ik adviseer bier”. Heel serieus heb ik dit niet genomen. Wel proostten we in deze pauze nog kort op de verjaardag van de derde Mark die 59 was geworden. Mark roeit bij Ossa in Heerhugowaard en deed het eco dit jaar. Dat betekent dat er tussendoor geen gebruik wordt gemaakt van auto’s. “Als jouw ploeg aan de beurt is roei je, stuur je of fiets je mee. Ik ben ook over de Afsluitdijk hierheen komen fietsen. Alleen voor het vervoeren van de boot is een auto gebruikt, dat moet volgend jaar anders.” Mark ging hierna slapen en wij moesten op weg naar de start van de etappe waar het allemaal om zou draaien: het Slotermeer.

“Het is natuurlijk heel belangrijk om gefocust te blijven”

Bij elk wisselpunt kwamen we met het niet-roeiende deel van het team bij elkaar. We stonden met 10 man klaar met grote lichtgevende herkenningsborden en haken om de boot binnen te trekken en op zijn plek te houden wanneer er in- en uitgestapt werd. Er waren tactische besprekingen, motiverende woorden en gratis tips. Ik adviseerde gefocust te blijven en stapte vervolgens bijna naast te boot. Bij een volgend wisselpunt gebeurde dit echt, bij een teamgenoot. “Ik ben kledder, pompen aan!” was de reactie en de focus was terug.

“Terug naar Mark, daar is bier”

Omdat je na zonsopgang op de helft van je roeibeurten zit, begin je vanaf een uur of 9 ’s ochtends al af te tellen. Het goedbedoelde advies van Rode Kruisbroeder Mark galmde door mijn hoofd: “Ik adviseer bier”. Elk wisselpunt bracht ons dichter bij het beloofde land dat dit weekend Wetterwille heette en waar een bierfontein (tap, red.) aanwezig was. Bij aankomst stroomde het vloeibare goud door mijn lichaam en kon ik niet gelukkiger zijn. Het roeien van de Elfstedentocht is één van de meest bijzondere en uitdagende dingen die ik in mijn leven heb gedaan. De spijt die ik onderweg af en toe heb ervaren, was achteraf als sneeuw voor de zon verdwenen en ik wil elke dame van de GalaMadammen van RIC uit de grond van mijn hart bedanken dat ze me deze ervaring hebben gegund. En Mark, na die biertjes had ik inderdaad helemaal geen last meer van kramp in mijn voeten.